Met slim plannen en voorbereiden blijf je de winter de baas!
1. Zorg voor verwarmde opslag
Voor elke primer, lijm, egaliseer- of voegmiddel geldt: het product kan nog zo goed zijn, bij te lage temperaturen bindt het niet goed af waardoor het minder goed hecht. Je denkt misschien dat alleen de verwerkingsruimte verwarmen voldoende is, maar als jouw producten te koud op het werk arriveren, kun je voorlopig niet starten. Laat Eurocol-producten en de vloerbedekking of tegels die je gaat verlijmen daarom vooraf altijd goed acclimatiseren. Kun je jouw bus in een verwarmd bedrijfspand stallen, laat hem dan bij vorst of lage temperaturen binnen ‘overnachten’. Is die mogelijkheid er niet, laad dan pas ’s morgens vroeg je bus in en zorg er ’s winters altijd voor dat je magazijn voldoende verwarmd is. Bijkomend voordeel voor de project- of woninginrichter: vloerbedekking die op de juiste verwerkingstemperatuur is, is minder stug en dus soepeler te verwerken. In de ideale situatie lever je vóór je het project gaat starten het materiaal al af op het werk, mits die ruimte voldoende droog en verwarmd is.
2. Begin nooit in een te koude ruimte
Jij kunt alles goed hebben voorbereid, als je vervolgens in een te koude ruimte aan de slag moet, moeten alle alarmbellen gaan rinkelen. Daarom is het goed om de werkomgeving vooraf altijd grondig te inspecteren. Een restvochtmeting kan hier deel van uitmaken, je Technisch-commercieel adviseur zal je hier graag bij assisteren. Voldoen de werkomstandigheden niet aan de voorgeschreven verwerkingsinstructies? Meld dit dan aan je opdrachtgever en maak sluitende afspraken om wel aan die technische eisen te kunnen voldoen. Laat je in ieder geval niet onder druk zetten, want te koud is te koud. In zo’n geval toch beginnen aan je project is vragen om problemen, die zich meestal pas na verloop van tijd openbaren. De verwerkingsinstructies van elk Eurocol-product staan duidelijk omschreven op het productspecificatieblad. Een bekend fenomeen dat door onjuiste verwerkingsomstandigheden kan ontstaan, is de zogeheten ‘witte huid’ op een egalisatie. Om die verder af te werken, zul je de toplaag eerst moeten schuren en stofzuigen. Zonde van het extra werk, maar nog veel ernstiger is onzichtbare schade door onvoldoende afbinding en hechting. Dat kan aardig in de papieren lopen, plus een deuk in je imago opleveren.
3. Let op een onzichtbaar risico: het dauwpunt
Is het restvochtpercentage in vloeren of wanden in orde, dan ligt er nog een risico op de loer: het dauwpunt. Dat is de relatie tussen temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid. Koudere lucht kan minder waterdamp bevatten. Raakt de lucht op een bepaalde temperatuur verzadigd, dan spreekt men van het dauwpunt. Daalt de temperatuur nog meer, dan condenseert waterdamp in de lucht op een oppervlak. Zijn er ramen in de ruimte, dan herken je dit fenomeen aan beslagen ruiten. Op betonnen vloeren en wanden is condens lastiger vast te stellen, dus zul je voorzorgsmaatregelen moeten treffen. Stelregel is dat als de temperatuur van de vloer of wand minimaal 3 °C boven het dauwpunt blijft, je geen problemen krijgt met de afwerking. Voor de dauwpunttemperatuur bestaan er tabellen. Ook zijn speciale meters die ook door je Technisch-commercieel adviseur wordt gebruikt om het dauwpunt te bepalen. Zorg in ieder geval voor permanente verwarming op de juiste temperatuur en voor goede ventilatie van de ruimte. Bij slechts kort verwarmen stijgt alleen de luchttemperatuur en blijven vloeren en wanden te koud. Hierdoor kan daar waterdamp als condens op neerslaan en dit komt de afbinding van primer, egaliseermiddel of lijm - en daarmee de hechting - niet ten goede.
4. Ga op zeker: blijf meten
Op basis van tip 2 en 3 is het belangrijk om ’s winters herhaaldelijk de werkomstandigheden te blijven controleren door te meten. Temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en het dauwpunt kunnen immers dagelijks veranderen. Hierbij gaat het altijd om een combinatie van factoren die de werkomstandigheden bepalen. Om een vloer af te werken, ligt de temperatuur idealiter tussen de 15 en 20 °C. Zorg er in ieder geval voor dat de temperatuur altijd boven het dauwpunt ligt zodat zich op de vloer geen condens kan vormen. De ideale omgevingstemperatuur ligt tussen 18 en 23 °C. Onderstaande tabel geeft de verhoudingen goed weer.
| Omgevingstemperatuur | Relatieve luchtvochtigheid | Dauwpunt |
| 18 ºC | 80% | 14,5 ºC |
| 20 ºC | 80% | 16,5 ºC |
| 22 ºC | 80% | 18,4 ºC |
| 24 ºC | 80% | 20,3 ºC |
5. Houd het hoofd warm!
Tot slot een heel andere tip. Op steeds meer bouwplaatsen en stofferingsprojecten kom je hem tegen: de originele winterse wollen Eurocol-muts! Misschien heb je hem zelf ook al, zo niet vraag er dan naar bij je Technisch-commercieel adviseur. Je werkruimte mag mooi intussen op temperatuur zijn, jijzelf loopt in en uit naar je bus voor gereedschap of ander materiaal. Wel zo prettig om daarbij het hoofd lekker warm te houden!
